Aannamebeleid Vrijwilligers en Gedragsregels

Aanname beleid van vrijwilligers en gedragsregels

Aanleiding:

V.C. Vlissingen is een vereniging met veel vrijwilligers. De vrijwilligers vormen het hart van onze vereniging. Zonder hen kunnen wij niet bestaan en zouden onze leden niet wekelijks kunnen genieten van wedstrijden, trainingen e/of een bezoek aan de kantine. Uitgangspunt is dat iedereen vrijwilliger kan worden. Om ervoor te kunnen zorgen dat we nu en in de toekomst blijven werken met vrijwilligers met integere bedoelingen, geldt er een korte procedure voordat iemand vrijwilliger kan worden.

Het is uitermate belangrijk dat onze leden, jeugdleden en overige betrokkenen, onbezorgd kunnen sporten in een veilig sportklimaat en bij de trainers, begeleiders en overige vrijwilligers in veilige handen zijn.

 Besluit:

Een goed aannamebeleid kan ernstige problemen voorkomen. Door het hebben van een aannamebeleid zullen mensen met verkeerde bedoelingen eerder afgeschrikt worden om binnen de vereniging een functie te vervullen.

Daarom neemt V.C. Vlissingen de volgende stappen bij het werven en inzetten van vrijwilligers:

  • een kennismakingsgesprek met een lid van het bestuur of betreffende commissieverantwoordelijken;
  • de vrijwilliger dient de gedragsregels tot zich te nemen en zich hier aan te conformeren;
  • voor iedere vrijwilliger die met minderjarige en/of mensen met een verstandelijke beperking werkt, wordt een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aangevraagd;
  • bij gecontracteerde vrijwilligers worden mogelijke referenties gecheckt.

 

Gedragsregels:

NOC*NSF heeft gedragsregels voor sportbegeleiders opgesteld. Die regels zijn door alle landelijke sportbonden, waaronder de KNVB onderschreven. De regels zijn gemaakt om de risico’s op ongewenst gedrag in de relatie pupil en trainer / leider te verkleinen en ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van leiders / trainers en sporters in concrete situaties. Hieronder staan de elf gedragsregels die worden onderschreven door alle landelijke sportorganisaties die zijn aangesloten bij NOC*NSF. Ook wij als V.C. Vlissingen onderschrijven deze regels.

  1. de leider / trainer moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt.
  2. de leider / trainer onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.
  3. de leider / trainer onthoudt zich van elke vorm van (macht)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
  4. seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de leider / trainer en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
  5. de leider / trainer mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
  6. de leider / trainer onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.
  7. de leider / trainer zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
  8. de leider / trainer heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (macht)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de leider / trainer verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
  9. de leider / trainer zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook aanvaardt de leider / trainer geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
  10. de leider / trainer zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken.
  11. in die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de leider / trainer in de geest hiervan te handelen.

 

Vastgesteld door het bestuur van V.C. Vlissingen dd. 01-07-2020