• Anti-pestprotocol

    Anti-pestprotocol
    Commissie-Jeugd VCV 2024

    Inleiding

    VC Vlissingen wil alle spelers een veilig pedagogisch sportklimaat bieden, een
    omgeving waarin elke speler zich op een prettige en positieve wijze kan ontwikkelen.
    De trainers/leiders en coördinatoren willen deze ontwikkeling bevorderen door het
    scheppen van een veilig klimaat in en om de club en een prettige voetbalsfeer binnen
    de club. In de meeste gevallen lukt dit door duidelijke omgangsregels aan te
    bieden/af te spreken en deze te onderhouden. Wij hanteren de volgende vijf
    basisregels die mede bijdragen aan een fijn en veilig sportklimaat waarin elk speler
    zich optimaal kan ontwikkelen:
    1. Praat aardig tegen elkaar;
    2. Luister naar elkaar;
    3. Help een ander;
    4. Scheld/schop/sla niet;
    5. Eerlijk zijn/verantwoordelijk voor eigen gedrag.
    Om daarom alle jeugdleden/ouders een handreiking te bieden hoe met pestgedrag
    om te gaan, heeft de Commissie-Jeugd in het kader van “Plezier en Sportieve
    Prestatie Hand in Hand” het pest-protocol (2014) aangepast.
    Dit protocol geeft achtergrondinformatie over wat pesten eigenlijk is, over een aanpak
    tegen pesten en over begeleiding aaan verschillende partijen die bij het pesten zijn betrokken.
    Wij hopen dat het protocol de vereniging zal helpen om het onderwerp bespreekbaar
    te maken en om invulling te geven aan een pestbeleid binnen de club. Net als met alle
    andere onderwerpen die te maken hebben met “Naar een Veiliger Sportklimaat” is het om
    resultaat te bereiken belangrijk om met elkaar afspraken te maken over de inhoud
    van zo’n beleid, over hoe het beleid binnen de vereniging gestalte krijgt en wie op
    wat voor moment verantwoordelijk is of het aanspreekpunt is.

    Commissie-Jeugd VC Vlissingen.
    Augustus 2024 

    Achtergrondinformatie

    Kenmerken van pesten.
    Pesten is niet hetzelfde als plagen. Bij plagen zijn de machtsverhoudingen gelijk: nu
    eens is de één “het lijdend voorwerp” en dan weer de ander. Bij plagen is er sprake
    van een incident. Vaak is het een kwestie van elkaar voor de gek houden. Bij plagen
    loopt de geplaagde geen blijvende psychische en/of fysieke schade op en is meestal
    in staat om zich te verweren. Pesten is structureel. Pesten kan kinderen echt tot
    wanhoop brengen. Vanwege het structurele karakter van pesten moet er echt beleid
    worden gemaakt om het probleem aan te pakken. Een kortlopend project om het
    probleem aan te pakken. Een kortlopend project of eenmalige activiteit zet meestal
    onvoldoende zoden aan de dijk.
    Wat is pesten?
     Pesten heeft een aantal duidelijke kenmerken:
     Pesten gebeurt opzettelijk;
     Pesten is bedoeld om schade te brengen (fysiek, materieel of mentaal);
     Bij pesten is er altijd sprake van ongelijke machtsverhoudingen (fysiek of
    verbaal sterkere personen kiezen minder weerbare personen als slachtoffer);
     Pesten gebeurt systematisch;
     Pesten houdt niet vanzelf op, maar wordt eerder erger als er niet wordt
    ingegrepen;
     Pesten is van alle tijden en komt in alle groepen en culturen voor. Het is dus
    een typisch menselijk ondeugd die altijd verborgen aanwezig is en steeds
    weer de kop kan opsteken.
    Wie pesten er en wie worden gepest?
    Kinderen die pesten lijken vaak sterke kinderen in een groep. Het zijn kinderen die
    soms problemen hebben in de thuissituaties, die voortdurend de strijd om de macht
    in de groep voeren, omdat zij zich verloren voelen in de groep. Door te pesten
    proberen zij indruk te maken op de groep, door een ander naar beneden te halen
    vijzelen zij hun eigenwaarde op. Gepeste kinderen hebben wel moeite om zichzelf te
    verdedigen. Ze voelen zich machteloos tegenover de Pester. Gepeste kinderen
    voelen zich vaak erg eenzaam.
    Daarnaast is er een groep kinderen die geen actieve rol speelt in het geheel, maar
    die wel bepalend is voor het voortduren van het pestgedrag. Pestende kinderen
    kunnen zich gesterkt voelen door de zwijgende instemming van derden.

    Doel

    Dit pestprotocol heeft als doel:

    “Alle jeugdleden mogen zich in onze vereniging veilig voelen, zodat ze zich optimaal
    kunnen ontwikkelen”. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen
    en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op
    deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen,
    stellen we alle jeugdleden in de gelegenheid om met veel plezier te komen trainen en
    wedstrijden te spelen. Het is belangrijk om het onderwerp pesten regelmatig aan de
    orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken.

    Hoe willen we daarmee omgaan?
    Het is belangrijk om pesten te voorkomen of binnen de perken te houden door het
    afspreken van regels voor de kinderen. De trainer/elftalbegeleider heeft hierbij een
    voorbeeldfunctie.

    Signalen van pesterijen

    Hieronder volgen enkele veel voorkomende pesterijen die Pesters met hun
    slachtoffers uithalen:
     Volstrekt doodzwijgen;
     Isoleren;
     Psychisch en/of fysieke mishandeling;
     Slaan of schoppen;
     Voortdurend zogenaamd leuke opmerkingen maken over een teamgenoot;
     Bezittingen afpakken of stukmaken;
     Jennen;
     Het slachtoffer voortdurend de schuld van iets geven;
     Opmerkingen maken over kleding of uiterlijk;
     E-mails of sms-berichten (sociale media) met een bedreigende of beledigende
    inhoud versturen;
     Beledigde afbeeldingen van het slachtoffer digitaal verspreiden of op het
    internet plaatsen;
     Altijd een bijnaam noemen, nooit bij de eigen naam noemen.
    Deze lijst kan natuurlijk uitgebreid worden. Je kunt het niet zo gek bedenken of
    kinderen hebben het bedacht. Trainers en elftalbegeleiders moeten daarom alert zijn
    en blijven op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling
    nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.

    Uitgangspunten

    1. Als pesten en pestgedrag plaatsvindt, ervaren we dat als een probleem voor VC Vlissingen
    zowel voor de trainer/begeleider als de ouders, de kinderen, de gepeste kinderen, de Pesters en
    de “zwijgende” groep kinderen.

    2. VC Vlissingen heeft een inspanningsverplichting om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken
    door het scheppen van een veilig klimaat waarbinnen pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren
    en in het geheel niet wordtgeaccepteerd.

    3. Trainer en begeleiders moeten tijdig inzien en alert zijn op pestgedrag in algemene zin. Indien
    pestgedrag optreedt, moeten zij duidelijk telling en actie ondernemen tegen dit gedrag.

    4. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen weer optreedt, wordt de uitgewerkte procedure uitgevoerd.

    5. Het pestprotocol wordt door de Commissie-Jeugd onderschreven en wordt ook met de trainer/begeleiders
    besproken en ter inzage aangeboden.

    Protocol

    Maatregelen en procedure:
    Preventieve maatregelen:
    De trainer/begeleider bespreekt met de jeugdspelers de algemene afspraken en
    regels in het team aan het begin van het voetbalseizoen. Het onderling plagen en
    pesten wordt hier benoemd en de regels van het pestprotocol worden expliciet
    besproken.

    Strafmaatregelen Groene, Gele en Rode kaart:
    Indien er sprake is van herhaald pestgedrag worden de ouders van de Pester in het
    bijzijn van de Pester op de hoogte gesteld van de ongewenste gebeurtenissen in een
    gesprek in het clubgebouw. Hierbij is ook een lid van de Commissie-Jeugd aanwezig.
    Aan het eind van dit oudergesprek worden de afspraken met de Pester uitdrukkelijk
    doorgesproken en ook vastgelegd. Ook de op te leggen sancties bij
    overtreding van de afspraken worden daarbij vermeld. Gedacht kan worden aan het
    vaker op reservebank zitten en schorsing van trainingen. Indien het pestgedrag
    van de Pester niet aanzienlijk verbetert, en/of de ouders van het kind werken
    onvoldoende mee om het probleem ook aan te pakken kan de Commissie-Jeugd
    overgaan tot uitsluiting van een aantal wedstrijden (schorsing). Uiteindelijk kan de
    pestende speler ook geroyeerd worden van de club.

    De concrete invulling als handvat van het pestprotocol:
    Formulieren en procedures leiden op zichzelf niet tot het verdwijnen van ongewenst
    gedrag. Wel is het belangrijk om in zaken als pestgedrag duidelijk te monitoren hoe
    het verloop van een casus wordt behandeld want er is veel tijd mee gemoeid en er
    zijn ook vele betrokkenen. Onderstaande tekst geeft concrete invullingen en
    handreikingen.
    De trainer/begeleider heeft een zeer belangrijke rol. Hij/zij zal helder en duidelijk
    moeten maken dat dit ongewenste gedrag volstrekt niet geaccepteerd wordt. De
    trainer/begeleider biedt in eerste instantie de gepeste speler in bescherming, spreekt
    zwaar en ernstig met de Pester en zijn ouders en richt zich vervolgens op de
    zwijgende middengroep en de meelopers.

    Stappenplan bij herhalend pestgedrag binnen VCV

    Aanpak met Groene, Gelen en Rode kaarten.
    Bij pestgedrag werkt VC Vlissingen met groene, gele en rode kaarten.

    Deze kaarten hebben de volgende betekenis:

    Groene kaart:
    Mondelinge waarschuwing, waarbij de speler(s) 1 training is geschorst en zijn/haar excuses
    aan ouders en gepeste moet aanbieden. Wanneer pesten voor een tweede keer gebeurt zal de
    Commissie-Jeugd in samenwerking met de trainer/leider een gele kaart uitdelen. Daarnaast worden de ouders
    telefonisch ingelicht over het verstrekken van de gele kaart.

    Gele kaart:
    Officiële waarschuwing, waarbij de speler(s) 1 week niet
    traint en de eerstvolgende wedstrijd niet speelt.

    Bij aanhoudend pestgedrag wordt 1 week, 1 maand schorsen en de volgende 2 wedstrijden geschorst
    (schriftelijk bevestiging). Wanneer een speler een 2e gele kaart ontvangt binnen het lopende voetbalseizoen
    ontvangt de speler(s) een rode kaart. De Commissie-Jeugd zal in samenwerking met
    de trainer/leider wederom contact opnemen met de ouders. Als gevolg van de rode kaart zal de speler niet
    meer welkom zijn bij de eerstvolgende voetbal-momenten of activiteiten die door de VCV worden georganiseerd. De
    Commissie-Jeugd gaat zich beraden welke sanctie bij deze rode kaart past.

    Hier zijn enkele voorbeelden van situaties waarin een gele kaart kan worden
    gegeven:
    1. Verbaal pesten: Schelden, vernederen, bijnamen geven en dreigen;
    2. Fysiek pesten: Duwen, schoppen, slaan, aan kleding trekken of haren trekken;
    3. Cyberpesten: Beledigende berichten sturen via sociale media, e-mails of sms.
    4. Sociale uitsluitingen: Iemand buitensluiten van groepsactiviteiten of roddelen om iemand te isoleren.

    Het doel is om duidelijk te maken dat het gedrag onacceptabel is en dat er
    consequenties volgen als het gedrag zich herhaalt. 

    Rode kaart:
    Bij een volgende overtreding wordt de speler(s) 3 maanden geschorst van VCV. Niet trainen, geen
    wedstrijden spelen en niet vrij voetballen.

    Bij aanhoudend pestgedrag wordt de speler gevraagd de vereniging te verlaten en is voorlopig niet meer welkom.
    In extreme gevallen volgt royement (schriftelijk bevestiging).

    Hier zijn enkele voorbeelden van wat onder een rode kaart kan vallen:
    1. Fysiek geweld: Slaan, schoppen, duwen of ander lichamelijk geweld.
    2. Verbaal geweld: Schelden, beledigen, bedreigen of kwetsende opmerkingen
    maken.
    3. Cyberpesten: Het versturen van gemene berichten, het verspreiden van
    roddels of het plaatsen van kwetsende opmerkingen op sociale media.
    4. Uitsluiting: Iemand opzettelijk buitensluiten van activiteiten of groepen.
    5. Intimidatie: Herhaaldelijk iemand bang maken of onder druk zetten.
    Deze maatregelen zijn bedoeld om duidelijk te maken dat pestgedrag onacceptabel
    is en om een veilige en respectvolle omgeving te bevorderen.

    Natuurlijk neemt VC Vlissingen dit soort maatregelen liever niet. Maar
    sportiviteit en de open en veilige sfeer op onze club staan voorop. Samen
    zorgen we ervoor dat alle leden met veel plezier naar VC Vlissingen blijven
    komen!

    Stappenplan groene, gele en rode kaarten
     Pesten wordt door speler(s) en/of ouders gemeld bij de trainer/leider of
    Commissie-Jeugd.
     Trainer/leider en Commissie-Jeugd winnen informatie in bij betrokkenen
    (gepeste, pester(s), meelopers, toekijkers indien van toepassing).
     Commissie-Jeugd en trainer/leider gaan in gesprek aan met de pester(s) en
    de gepeste speler(s). Hun ouders worden hierover telefonisch geïnformeerd.
     De Commissie-Jeugd besluit over het opleggen van groene, gele en rode
    kaarten. Dit besluit wordt schriftelijk bevestigd aan de ouders van de
    betrokken speler(s). Bij het opleggen van een rode kaart wordt het Bestuur op
    de hoogte gesteld.
     Wanneer de ontvanger van een rode kaart na afloop van de schorsing
    wederom aantoonbaar pestgedrag vertoont, wordt het Bestuur ingeschakeld
    voor een besluit over een volgende sanctie.
    Sancties die door de ernst van de situatie door het Bestuur van VCV zijn te
    bepalen betreffende o.a.:
     Het eventueel met goedkeuring trainers/leiders tijdelijk plaatsen in een ander
    team.
     Schorsing van de club voor een periode van 3 maanden voor zowel trainingen
    als wedstrijden.
     Schorsen voor een langere periode of een sanctie op maat.
     Lidmaatschap wordt beëindigd (geroyeerd) en met een aangetekende brief
    wordt hem/haar de toegang tot het sportcomplex ontzegd.
     Aangifte politie (bij diefstal, mishandeling, chantage of anderszins).
     Terugkoppeling naar ouders/gepeste/pester/groep.

    Belangrijke stelregels

    Regel 1: Het inschakelen van de trainer/begeleider moet niet opgevat worden als
    klikken. Als je ruzie hebt of je wordt gepest en je komt er zelf niet uit
    dan mag je de hulp van de trainer/begeleider vragen.

    Regel 2: Een medespeler/speelsters heeft ook de verantwoordelijkheid om het
    pestprobleem aan te kaarten bij de trainer/begeleider. Alle kinderen zijn
    immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep.

    Regel 3: Samenwerking zonder bemoeienissen:

     Het is niet de bedoeling dat ouders zelf problemen gaan
    oplossen, die zich binnen de vereniging afspelen tussen
    kinderen. Van ouders wordt wel verwacht dat ze signalen
    doorgeven.
     Bij problemen van pesten zullen trainers/begeleiders hun
    verantwoordelijkheid moeten nemen en overleg moeten voeren
    met ouders, indien nodig. De inbreng van de ouders blijft niet
    beperkt tot het aanreiken van informatie, of het geven van
    suggesties maar tot het ondersteunen van de aanpak binnen de
    vereniging.

    Regel 4: Regels die gelden voor alle jeugdelftallen:
     We vertrouwen elkaar;
     We helpen elkaar;
     Je speelt niet de baas;
     We lachen elkaar niet uit;
     Je bent niet zielig;
     Kom niet aan een ander als de ander dat niet wil;
     We noemen elkaar bij voornaam en gebruiken geen bijnamen;
     Word je gepest praat er thuis of binnen de vereniging over, je
    moet het niet geheim houden;
     Wees zuinig op andermans spullen;
     Doe niets bij een ander, wat je zelf ook niet prettig zou vinden;

    Deze regels gelden binnen de vereniging en ook daarbuiten.

    Aanpak van het pestgedrag

    Wanneer kinderen elkaar pesten proberen zij en wij:
    Stap 1: Er eerst zelf (en samen) uit te komen;
    Stap 2: Op het moment dat een van de kinderen er niet uitkomt (in feite het
    onderspit delft en verliezer of zonderbok wordt) heeft deze het recht en
    de plicht het probleem aan de trainer/begeleider te melden;
    Stap 3: De trainer/begeleider brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderinggesprek en
    probeert samen met hen de pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken.
    Stap 4: Bij herhaling van pesterijen tussen dezelfde kinderen volgt een gesprek met ouders,
    trainer en Commissie-Jeugd.

    Vijfsporenaanpak

    De trainer/begeleider biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de Pester, indien
    nodig in overleg met de ouders en/of Commissie-Jeugd.

    Steun bieden aan de speler/speelster die gepest wordt:
     Er achter proberen te komen of en hoe erg de speler/speelster gepest wordt
    en haar/zijn probleem serieus nemen;
     Met haar/hem overleggen over mogelijke oplossingen;
     Haar/hem steunen bij het werken aan oplossingen;
     Medeleven tonen en luisteren en vragen; hoe en door wie wordt er gepest;
     Nagaan hoe de speler/speelster zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en
    na het pesten.
     Huilen of boos worden is juist vaak een reactie die een Pester wil uitlokken;
    De speler/speelster in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren;
     Zoeken en oefenen van een andere reactie; bijvoorbeeld je niet afzonderen;
     Nagaan welke oplossing de speler/speelster zelf wil;
     Sterke kanten van de speler/speelster benadrukken;
     Praten met de ouders van de gepeste speler/speelster;
     Zo nodig zorgen dat de speler/speelster deskundige hulp krijgt, bijvoorbeeld
    een sociale vaardigheidstraining.

    Steun bieden aan de speler/speelster die zelf pest:
     Met haar/hem bespreken wat pesten voor een ander betekent;
     Met haar/hem bespreken hoe het pestgedrag is om te bouwen naar het
    onderhouden van positieve relaties met anderen.
     Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten (baas willen zijn,
    jaloezie, verveling, buitengesloten voelen, zelf problemen hebben);
     Laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste;
     Excuses aan laten bieden na een driegesprek met de betrokkenen;
     Laten inzien welke sterke (leuke) kanten de Pester heeft en ook die kanten
    van de gepeste speler/speelster noemen;
     Contact tussen ouders en vereniging; elkaar informeren en overleggen;
     Inleven in de speler/speelster: wat is de oorzaak van het pesten?

    De middengroep betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem:
     Met deze spelers/speelsters praten over pesten en over hun eigen rol daarbij;
     Met hen overleggen over mogelijke oplossingen en over wat ze zelf kunnen
    bijdragen aan die oplossingen;
     Samen werken aan oplossingen, waarbij de spelers/speelsters zelf een
    actieve rol spelen.

    De vereniging steunt de aanpak van het pesten:

     Het hoofdbestuur, Commissie-Jeugd, trainers en elftalbegeleiders geven
    informatie over pesten als algemeen verschijnsel en over het aanpakken van
    pesten binnen eigen elftal en vereniging;
     Werken aan het tot stand brengen van een algemeen beleid van de vereniging
    rond veiligheid en pesten waar de vereniging bij betrokken is.

    De ouders ondersteunen:

     Ouders die zich zorgen maken over pesten, serieus nemen;
     Informatie en advies geven over pesten en de manieren waarop pesten kan
    worden aangepakt;
     In samenwerking tussen de vereniging en ouders het pestprobleem
    aanpakken;
     Adviezen aan de ouders van onze jeugdleden.

    De vereniging steunt de aanpak van het pesten:

     Het hoofdbestuur, Commissie-Jeugd, trainers en elftalbegeleiders geven
    informatie over pesten als algemeen verschijnsel en over het aanpakken van
    pesten binnen eigen elftal en vereniging;
     Werken aan het tot stand brengen van een algemeen beleid van de vereniging
    rond veiligheid en pesten waar de vereniging bij betrokken is.
    De ouders ondersteunen:
     Ouders die zich zorgen maken over pesten, serieus nemen;
     Informatie en advies geven over pesten en de manieren waarop pesten kan
    worden aangepakt;
     In samenwerking tussen de vereniging en ouders het pestprobleem
    aanpakken;
     Adviezen aan de ouders van onze jeugdleden.

    Tips voor ouders

    Ouders van gepeste spelers/speelsters:
     Houd de communicatie met uw kind open, blijft in gesprek met uw kind;
     Als pesten niet binnen de vereniging gebeurt, maar op straat, probeert u
    contact te nemen met de ouders van de Pester(s) om het probleem
    bespreekbaar te maken. Schakel eventueel bij het gesprek de vereniging
    (trainer/begeleider/commissie-jeugd) in;
     Pesten binnen de vereniging kunt u het beste direct met de trainer/begeleider
    bespreken, bij diens afwezigheid de Commissie-Jeugd;
     Als je er van je kind niet over mag praten, blijf je kind steunen, maar probeer
    hem/haar er toch van te overtuigen dat de vereniging het kan aanpakken
    (schorsen en eventueel royeren);
     Bespreek de aanpak van de vereniging, zodat uw kind zich niet “verraden”
    voelt;
     Door positieve stimulering en zogenaamde schouderklopjes kan het
    zelfrespect vergroot worden of weer terugkomen;
     Als het pesten langer heeft geduurd, praat u het beste met de
    trainer/begeleider;
     Laat uw kind op schrijven wat er is gebeurd en vraag of je dat mag lezen en
    praat erover;
     Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt;
     Accepteer de situatie niet. Als de trainer/begeleider niet meewerkt, schakel
    dan de Commissie-Jeugd in om de ongezonde situatie een einde te maken.

    Ouders van Pester:
     Neem het probleem van uw kind serieus;
     Raak niet in paniek; elk kind loopt kans Pester te werden;
     Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen;
     Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet;
     Besteed extra aandacht aan uw kind;
     Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind;
     Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van de vereniging staat; Alle
    andere ouders:
     Neem de ouders van het gepeste kind serieus;
     Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan;
     Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag;
     Geef zelf het goede voorbeeld;
     Leer uw kind voor anderen op te komen;
     Leer uw kind voor zichzelf op te komen.